Kermiscultuur officieel erkend als immaterieel erfgoed door Unesco
Vandaag is een historische dag voor de kermiswereld van België en Frankrijk. Na tien jaar van inspanningen hebben belangenverenigingen en historici eindelijk hun doel bereikt: de kermiscultuur is nu officieel geclassificeerd als erfgoed door Unesco, een organisatie van de Verenigde Naties.
Volgens de Universiteit Antwerpen is het vangen van eendjes, rijden in de botsauto’s en schieten in de schietkraam vanaf nu cultureel verantwoord. Onderzoekers van de universiteit hebben zich al enkele jaren beziggehouden met de rol van kermisexploitanten bij de verspreiding van wetenschap, onder de noemer Science at the Fair.
De foorkramers krijgen eindelijk erkenning voor hun werk, de eeuwenoude tradities en het soms zware, nomadische leven. Jaarlijks worden er in België zo’n tweeduizend kermissen georganiseerd, wat aantoont hoe diepgeworteld de kermiscultuur is in het sociale weefsel sinds de middeleeuwen.
Professor Nele Wynants benadrukt dat kermissen in de afgelopen decennia sterk zijn veranderd. Waar het vroeger vooral draaide om mechanische attracties, was het dé plek om te leren over anatomie, geneeskunde, aardrijkskunde, geschiedenis en nieuwe technologie. Theatershows op het kermisplein stonden centraal en combineerden magie met populaire wetenschap.
Unesco zet zich wereldwijd in voor het beschermen van erfgoed, zowel materieel als immaterieel. In Nederland wordt de kermiscultuur ook gewaardeerd en is in 2022 omarmd door het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed.